Stichting BREIN mag net als ieder ander aangifte doen van strafbare feiten
Op 22 november jongstleden deed het gerechtshof te Den Bosch uitspraak in het hoger beroep in de strafzaak tegen de Masterbox bende. Deze bende werd in 2010 door de FIOD opgerold naar aanleiding van aangifte door stichting BREIN en leidde tot de veroordeling in 2015 van vier verdachten met gevangenisstraffen variërend van 12 tot 15 maanden. Ook werd een ontnemingsactie voor 6 miljoen euro gestart. Bij een van de verdachten was onder meer 80.000 euro aan contanten aangetroffen in een anderszins lege frietsaus-emmer.
De bende bracht van 2006 tot 2010 maandelijks een verzamelalbum uit onder de naam Masterbox in een oplage van 10.000 stuks die voor rond de 40 euro verkocht werden. Op de dvd’s stond telkens voor rond de 1000 euro verkoopwaarde aan films, series, muziekalbums en singles.
De hoofdverdachte had hoger beroep aangetekend onder meer omdat stichting BREIN na haar aangifte doorging met het verzamelen van bewijs door aankoop van elke nieuwe maandelijkse Masterbox uitgave en aan de FIOD opstuurde. BREIN deed dit ongevraagd ter aanvulling van haar aangifte maar de verdediging vond dit een omzeiling van de pseudokoop regeling uit het Wetboek van strafvordering. “Dat snijdt geen hout” oordeelt het Hof. Er is geen enkel bewijs dat BREIN dit op instructie van de FIOD zou hebben gedaan. De FIOD is er zorgvuldig mee omgegaan. BREIN is een civiele partij die onderzoek en aangifte mag doen volgens de regels van het burgerlijk recht.
Zie ook:
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2021:3547