Vragen van uitleg: Is een tijdelijke download voor streamen uit illegale bron een inbreuk? En add-ons met hyperlinks naar vrij toegankelijke illegale bestanden, maken die inbreuk?
Dat zijn vragen van uitleg die de Rechtbank te Lelystad stelt aan het Europees Hof in de rechtszaak die BREIN tegen een handelaar in voorgeprogrammeerde mediaspelers heeft aangespannen. BREIN stelt dat de handelaar zelf inbreuk maakt en inbreukmakend streamen uit illegale bron door consumenten faciliteert.
De handelaar biedt mediaspelers waarop hij open source software en add-ons heeft geïnstalleerd om via hyperlinks content te streamen van evident illegale websites die zonder toestemming van de rechthebbenden films, series en (live)sportwedstrijden aanbieden. De spelers worden onder het motto “nooit meer betalen” als alternatief van legale abonnementsdiensten zoals o.a. Netflix aangeboden. De handelaar zet aan tot het gebruik van illegale diensten met de mededeling dat downloaden illegaal is maar streamen uit illegale bron niet. BREIN komt daartegen voor de benadeelde recht- en belanghebbenden in het geweer en vraagt een verbod op basis van inbreuk.
De tegenpartij is van mening dat streamen uit illegale bron en het faciliteren daarvan is toegestaan onder de wettelijke uitzondering voor het maken van technisch noodzakelijke tijdelijke kopieën (art. 13a Auteurswet, 5.1 Auteursrechtrichtlijn). BREIN wijst er op dat de wet zulke tijdelijke kopieën uitsluitend toestaat om een rechtmatig gebruik mogelijk te maken. Eerder oordeelde de hoogste Europese rechter in de Thuiskopie zaak (ACI – Adam) dat de uitzondering voor het maken van kopieén voor privé gebruik niet geldt voor kopiëren en downloaden uit illegale bron. In die bepaling stond niet expliciet opgenomen dat er van rechtmatige bron sprake moet zijn. In de uitzondering voor technisch noodzakelijke tijdelijke kopieën is dat wel het geval. De Rechtbank vraagt het oordeel van het Europees hof of een tijdelijke kopie voor streaming uit ongeoorloofde bron ‘rechtmatig gebruik’ is en of zulk gebruik in strijd is met de drie-stappen toets voor uitzonderingen.
De Rechtbank vraagt ook het oordeel van het Europees hof of het hyperlinken naar content die zonder toestemming van de rechthebbenden openbaar is gemaakt een inbreukmakende mededeling aan het publiek is. Eerdere uitspraken van het hof (Svensson, Bestwater) maken dat weliswaar aannemelijk maar gingen niet over illegaal openbaar gemaakte content. De Rechtbank wacht niet het oordeel af in de GS Media / Sanoma zaak, waarin een vergelijkbare vraag van uitleg is gesteld, omdat het in de onderhavige zaak over andere feiten gaat. Het gaat namelijk niet om hyperlinks op een eigen website maar om vrijelijk beschikbare add-ons met hyperlinks die op een mediaspeler zijn geïnstalleerd.
Zie ook IE-forum voor de vragen van uitleg en een link naar het vonnis lees hier meer…..
Uit het nieuws, zie Computerworld lees hier meer…..