Protest tegen ACTA verdrag schiet mis, internet is ook aanjager van misinformatie
Het protest tegen ACTA gaat er ten onrechte vanuit dat dit verdrag de vrijheid van individuele internetgebruikers aan banden zou leggen, internet service providers aansprakelijk zou maken en de handel in generieke medicijnen zou verbieden. Dat is allemaal onjuist. Het uiteindelijke ACTA verdrag is eigenlijk vrij mager. De controverse komt voort uit het feit dat er in een eerder stadium door gebrek aan transparantie zorgen waren dat het verdrag heel ver zou gaan en fundamentele rechten zou beperken, dat blijkt uiteindelijk niet het geval. De vraag lijkt nu of het kind desondanks toch maar met het badwater moet worden weggegooid. Tegenstanders van elke regulering van het internet vinden van wel omdat uitstel als winst wordt gezien. Voor het algemeen belang is uitstel echter geen goede zaak.
De waarheid over het ACTA verdrag is dat het een raamwerk geeft voor de bestrijding van georganiseerde namaak en piraterij op commerciële schaal. Het verdrag verandert niets voor de wetgeving in Nederland of voor EU landen. Een aantal landen daarbuiten zullen wel aanpassingen moeten verrichten om rechterlijk verboden mogelijk te maken tegen dergelijke illegale handel. Dat is goed omdat dan ook in die landen de bron en handel in namaak en piraterij aangepakt kunnen worden. Die namaak betreft vervalste producten en de piraterij betreft complete kopieën van auteursrechtelijk beschermde werken. Het gaat dus niet om generieke medicijnen of citaten, nieuwsgaring en remixen. Bij de implementatie van ACTA geldt dat de interpretatie van het verdrag ter goeder trouw moet gebeuren volgens de gewone betekenis van de gebruikte termen en het doel van het verdrag.
De internationale aanpak van georganiseerde commerciële namaak en piraterij is nodig omdat die de innovatie, creatie, economie en werkgelegenheid grote schade toebrengt. Meer werkgelegenheid en export zijn cruciaal voor Europa en Nederland. Daarvoor is een internationaal geharmoniseerd raamwerk nodig voor gebruikelijke juridische remedies tegen georganiseerde commerciële inbreuken op intellectuele eigendomsrechten. Respect voor fundamentele rechten zoals privacy, vrijheid van meningsuiting en informatie en behoorlijke rechtsgang is een basisprincipe van ACTA.
De onderhandelingen over het verdrag zijn in het beginstadium niet openbaar geweest. Dat is op zich gebruikelijk voor een handelsverdrag maar dit oogstte veel kritiek in geval van ACTA. Met name omdat een aantal critici ervan uitging dat het verdrag een zogeheten “three strikes, you’re out” regel zou bevatten waarmee inbreukmakende internetgebruikers tijdelijk de toegang tot het internet ontzegd zou kunnen worden. Het verdrag bevat zo een regel niet en richt zich ook niet op individuele gebruikers maar op georganiseerde namaak en piraterij op commerciële schaal. Gedurende de onderhandelingen heeft een aantal landen, waaronder Nederland, aangedrongen op openbaarheid. Naar aanleiding daarvan zijn uiteindelijk tussentijdse verdragsteksten geopenbaard. Het uiteindelijke verdrag is uiteraard ook openbaar.
Desondanks blijken misverstanden over het verdrag hardnekkig omdat zij eindeloos herhaald worden via het internet en in het verlengde daarvan ook traditionele media. De geweldige kracht van het internet als aanjager van de informatiemaatschappij blijkt vanzelfsprekend ook gebruikt te kunnen worden als menner van de misinformatiemaatschappij. Voor de verstandige gebruiker blijft het dus zaak zich goed te informeren en niet blind te retweeten wat op het eerste gezicht redelijk lijkt.
Voor de reactie van de Europese Commissie op vragen vanuit het protest tegen ACTA, zie http://ec.europa.eu/trade/creating-opportunities/trade-topics
Voor een door het Europees Parlement gevraagde wetenschappelijke beoordeling van de ACTA, zie http://www.erikjosefsson.eu/sites/default/files/
Voor de mening van de Europese Commissie over de transparantie van de onderhandelingen over ACTA, zie http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=MEMO