Provider handelt onrechtmatig door weigering NAW gegevens te verschaffen
Gisteren wees de rechtbank Noord-Holland vonnis in een zaak tussen BREIN
en Usenetprovider Eweka. Eweka handelt opnieuw onrechtmatig jegens
BREIN door niet terstond – zonder gerechtelijk vonnis – de
identificerende gegevens te verschaffen van een uploader van
auteursrechtelijk beschermd materiaal op verbeurte van een dwangsom van
1.000 Euro per dag met een maximum van 100.000,- Euro en veroordeling in
de proceskosten van 1.500,- Euro.
De reden dat Eweka de identificerende gegevens weigert vrijwillig af te geven is dat zij meent “als neutrale tussenpersoon niet in staat te zijn een afweging te maken tussen het belang van haar voormalige klant (…) en het belang van BREIN (…).” De rechter verwerpt dit verweer expliciet in overweging 4.5 van het vonnis: “De belangenafweging die op grond van het toepasselijke arrest Lycos/Pessers dient te worden gemaakt, had Eweka zelf kunnen en ook moeten maken. (…) het (had) op de weg van Eweka gelegen de gevraagde gegevens terstond na kennisname van dat bewijsmateriaal aan BREIN af te geven.”
Dit is de tweede zaak in korte tijd tussen BREIN en Eweka met dezelfde uitkomst. BREIN directeur Tim Kuik is tevreden met de uitkomst: “De meeste tussenpersonen houden zich aan de wet en verschaffen vrijwillig de relevante gegevens wanneer BREIN een gemotiveerd verzoek doet. Zij moeten dan snel de afweging maken want rechthebbenden hebben er belang bij dat dit soort uploaders zo snel mogelijk gestopt en aansprakelijk gesteld kunnen worden. Dit vonnis legt hier nogmaals de nadruk op.”
In het onderhavige geval gaat het om illegale uploaders van populaire entertainment content naar het usenet. Usenet providers verdienen geld door abonnementen te verkopen voor toegang tot de content die zij op hun servers beschikbaar houden. Naast het nemen van maatregelen tegen de beschikbaarstelling van ongeautoriseerde content moeten providers ook helpen bij de identificatie van illegale uploaders.