Conclusie AG bij Europees Hof: blokkering toegestaan indien p2p-site inbreuk maakt of onrechtmatig handelt
De advocaat-generaal (AG) bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) heeft conclusie genomen in de blokkeringszaak over The Pirate Bay (TPB). De conclusie is een advies aan het HvJEU, dit wordt meestal gevolgd maar niet altijd. De zaak is door BREIN aangespannen tegen Nederlands grootste consumenten access provider Ziggo. XS4ALL heeft zich gevoegd. BREIN wil dat de providers de toegang tot TPB blokkeren.
Deze vordering is aanhangig voor de Hoge Raad (HR), de hoogste rechter in Nederland. Die vernietigde de grond waarop het Hof Den Haag de blokkering had afgewezen maar stelde vragen van uitleg aan het HvJEU. Die vragen zijn (1) of TPB als p2p-uitwisselsite waarop gebruikers
links plaatsen ook zelf inbreuk pleegt en (2) of, indien TPB niet zelf inbreuk maakt, blokkering toch is toegestaan.
De AG adviseert het HvJEU bevestigend te oordelen op beide vragen. Arrest volgt gewoonlijk ongeveer drie maanden na de conclusie van de AG. Vervolgens dienen de verwijzende rechter en alle andere rechters in de EU te beslissen met inachtneming van de uitleg door het HvJEU.
De AG concludeert mbt de eerste vraag dat de beheerders van TPB tegelijkertijd en gezamenlijk met de gebruikers auteursrechtelijk beschermde werken ter beschikking stellen aan het publiek. Zij maken daarmee inbreuk indien zij zich daarvan bewust zijn en niet reageren om deze werken ontoegankelijk te maken. Het vermoeden van inbreuk uit het GS Media arrest is volgens de AG niet van toepassing op het aanbieden door de site van links die er door gebruikers op worden geplaatst.
Mbt de tweede vraag concludeert de AG dat ook indien het HvJEU zou oordelen dat de beheerders van TPB geen directe inbreuk maken, er toch blokkering toewijsbaar is als zij volgens de nationale rechter aansprakelijk zijn op basis van onrechtmatigheid omdat zij wisten dat de informatie onrechtmatig was maar niet hebben gehandeld om die te verwijderen of ontoegankelijk te maken.
De AG concludeert ook dat blokkering van toegang tot TPB evenredig is gezien de omvang en ernst van de op de site gepleegde inbreuken. Dit zou anders zijn voor een site waarop slechts marginaal onrechtmatige content aanwezig is.
Wat betreft de effectiviteit concludeert de AG dat het volstaat dat de maatregel internetgebruikers ernstig ontraadt om inbreuken te plegen door deze te bemoeilijken.
Evenals eerder de HR concludeert de AG ook dat het feit dat andere websites dezelfde rol als TPB kunnen vervullen niet afdoet aan de doeltreffendheid omdat ook die geblokkeerd kunnen worden. Het volgen van de redenering van de providers zou neerkomen op de erkenning dat geen enkele maatregel tegen een schending van de wet doeltreffend is, omdat er altijd anderen zullen zijn die de wet ook schenden, aldus de AG.
Tot slot wijst de AG ook op de plicht van access providers tot samenwerking in de strijd tegen inbreuken op auteursrechten. Deze plicht bestaat als tegenprestatie voor de beperking van hun aansprakelijkheid. Zij moeten zich niet alleen onthouden van medeplichtigheid aan inbreuken maar ook hun medewerking verlenen die inbreuken te vermijden of te voorkomen. Algemeen toezicht is door het HvJEU afgewezen maar door zich te onttrekken aan een minder vergaande maatregel zoals blokkering zouden de providers ontkomen aan deze verplichting.
De conclusie van de AG leest u hier…..