donderdag 9-08-2018
BREIN Newsflash: Partijen reageren op de Conclusie AG in BREIN / NSE zaak (aanhangig voor HR)
Onlangs nam de Advocaat Generaal conclusie in de zaak van BREIN tegen de commerciële usenet provider NSE die voor de Hoge Raad aanhangig is. De AG adviseert de HR vragen van uitleg te stellen aan de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU (HvJEU).
Deze vragen komen er kort gezegd op neer of de vrijstelling van aansprakelijkheid uit de e-Commerce richtlijn in de weg staat aan een verklaring voor recht, stakingsbevel of verbod. De AG vermoedt dat de vrijstelling is beperkt tot de vordering van schadevergoeding. De AG verwacht verder dat NSE een mededeling aan het publiek verricht maar stelt voor om ook dit aan het Hof van Justitie voor te leggen. BREIN en NSE hebben inmiddels gereageerd op de conclusie in zogeheten borgersbrieven aan de HR.
In haar reactie herinnert stichting BREIN eraan dat de zaak een commerciële usenet provider betreft die was ingericht op betaald gebruik van grootschalig aanbod van auteursrechtelijk beschermd werk.
NSE zette de auteursrechtelijk beschermde ‘content’ op haar eigen servers en stelde dat beschikbaar aan betalende abonnees die hetzij direct of via een contractpartij toegangsabonnementen kochten. Van belang voor het inbreukmakende karakter is onder meer dat NSE zich de content toe-eigende: zij laadde de bestanden op haar eigen servers en bepaalde zelf hoe lang die daarop beschikbaar bleven (i.c. meer dan een jaar) terwijl de oorspronkelijke uploader die niet meer kon verwijderen.
BREIN volgt de AG in de aanbeveling vragen van uitleg te stellen aan het HvJEU maar beveelt aan daarin al op meer punten duidelijkheid te vragen teneinde een eventuele dubbele gang naar Luxemburg te vermijden.
NSE volgt de AG niet. Zij vindt dat de aansprakelijkheidsvrijstelling niet beperkt is tot schadevergoedingsvorderingen. NSE vindt verder dat, omdat zij onder de vrijstelling valt, zij geen mededeling aan het publiek verricht. Dat is ook een punt waarover de AG voorstelt uitleg te vragen aan het HvJEU.
De conclusie van Van Peursem is gepubliceerd op http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:PHR:2018:789